
EUDR-wetgeving: strijd tegen ontbossing
Op 16 mei 2023 is door de Europese Unie een nieuwe wet tegen ontbossing aangenomen; Verordening (EU) 2023/1115, de zogenaamde European Union Deforestation free Regulation (EUDR). Deze wet zorgt ervoor dat producten niet bijdragen aan ontbossing of aantasting van bossen. Dit geldt zowel voor producten die op de Europese markt worden gebracht, maar ook voor producten die uitgevoerd worden. Deze wet is onderdeel van de European Green deal en vervangt de EUTR-regels welke enkel op houtproducten van toepassing waren.
Overgangstermijn
De verordening is van kracht per 29 juni 2023. Deze moest eerst al voor december 2024 geïmplementeerd zijn voor exploitanten en handelaren, echter na een uitstel krijgen zij nu tot 30 december 2025 de tijd om de nieuwe regels te implementeren. Micro-, of kleine ondernemingen, die al bestonden voor 31 december 2020, hoeven zich pas vanaf 30 juni 2026 aan de EUDR te houden. Dit uitstel geldt niet voor micro-, of kleine ondernemingen die al in hout handelen. Bekijk de definitie van micro, kleine en middelgrote ondernemingen in artikel 3 van EU-richtlijn 2013/34.
De EUDR omvat de volgende grondstoffen: soja, runderen, palmolie, hout, cacao, rubber en koffie. Ook afgeleide producten van deze grondstoffen vallen onder de verordening o.a. chocolade, rubber, meubels en leder. Aan de hand van die douanecodes kunnen ondernemingen bepalen of hun product ook aan de eisen uit de wet moet voldoen. Het overzicht van de producten, inclusief de douanecodes, zijn terug te vinden in de bijlage van de verordening 2023/1115. De codes zijn ook te raadplegen via de officiële douanekanalen: Nederlandse Douane/Belastingdienst en Belgische Douane/Federale overheidsdienst Financiën.
Eisen
De EUDR vraagt van bedrijven die de betreffende producten voor het eerst op de Europese markt brengen, of buiten de EU willen exporteren, om zodanig zorgvuldig te werkt te gaan dat het risico op ontbossing door deze producten verwaarloosbaar klein is. Dat betekent dat zij een zogenaamd Due Diligence System (Zorgvuldigheidsstelsel) moeten hanteren. Vanuit de voorgeschreven stappen uit dit DDS zal moeten blijken dat het risico verwaarloosbaar is en er zal in een online systeem van de overheid een zorgvuldigheidsverklaring ingediend moeten worden. Vanaf voorjaar 2025 is het EUDR Information System (het online platform voor de zorgvuldigheidsverklaring) operationeel, inclusief registratie- en trainingsmogelijkheden voor gebruikers.

Marktdeelnemers hebben de verplichting om:
Procedures en maatregelen te hebben opgesteld om ervoor te zorgen dat de producten die zij in de handel brengen of uitvoeren in overeenstemming zijn met stelsel van zorgvuldigheidseisen. Dat wil zeggen: ze zijn ontbossingsvrij; ze zijn geproduceerd overeenkomstig de relevante wetgeving van het land van productie, en ze gaan vergezeld van een zorgvuldigheidsverklaring.
Een compliance officer aan te stellen op managementniveau (niet KMO).
Het stelsel van zorgvuldigheidseisen minstens eenmaal per jaar te evalueren en indien nodig bij te werken. (Bewaarplicht van wijzigingen tot 5 jaar.) Hiervoor moet men een onafhankelijke controleur (auditor) selecteren die belast is met de verificatie van de strategieën, controles en procedures die worden gebruikt om de risico’s te beheersen.
Jaarlijks voor een zo breed mogelijk publiek een verslag uit te brengen, onder andere door publicatie op internet, over hun stelsel van zorgvuldigheidseisen. (Niet KMO)
De Europese Commissie verplicht de overheden van de lidstaten om controles uit te gaan voeren op de marktdeelnemers en sancties op te leggen indien nodig.
Fase 1: Informatie
Gedetailleerde informatie moet verzameld worden waaruit blijkt dat de producten aan de EUDR voldoen:
Beschrijving inclusief handels en wetenschappelijke naam, grondstoffen die erin verwerkt zijn of voor de vervaardiging gebruikt zijn;
Hoeveelheid; uitgedrukt in kilogram nettomassa en, indien van toepassing, zoals vastgesteld in bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87;
Het land (en regio) van productie;
De geolocatie van alle productiepercelen van grondstoffen of vervaardigding. Inclusief productiedatum of -tijdspanne;
Naam, postadres en e-mailadres van de bedrijven, marktdeelnemers of handelaren die de relevante producten hebben geleverd/ aan wie het is geleverd;
Toereikende en verifieerbare informatie waaruit blijkt dat de relevante producten/grondstoffen ontbossingsvrij zijn en zijn geproduceerd volgens wetgeving van het land van productie en met recht om het gebied te gebruiken voor de productie ervan.
Fase 2: Risicoanalyse
Voor elk product moet een risicobeoordeling worden uitgevoerd om het mogelijke risico van niet-naleving van de EUDR in kaart te brengen. Alle informatie zal in een risicobeoordeling gegoten moeten worden om de toeleveringsketen te analyseren en te beoordelen. Deze bevat o.a. volgende elementen:
De risicoclassificatie van het land van productie,
De aanwezigheid van bossen,
De aanwezigheid van inheemse volkeren,
De mate van ontbossing of bosdegradatie,
Nationale kwesties zoals corruptie, fraude, mensenrechtenschendingen, de complexiteit van de toeleveringsketen en de antecedenten van leveranciers op het gebied van niet-naleving.
Deze risicoanalyse moet minstens één keer per jaar worden herhaald.
Fase 3: Beheersmaatregelen
Vastgestelde risico’s moeten worden beperkt door onafhankelijke onderzoeken/audits uit te voeren, aanvullende documentatie te verzamelen of samen te werken met leveranciers. Wanneer blijkt dat het risico niet verwaarloosbaar is, moeten er maatregelen genomen worden om het risico tot nul of een verwaarloosbaar niveau te brengen. Dit kan bestaan uit het volgende:
Het eisen van aanvullende informatie, gegevens of documentatie;
Het uitvoeren van onafhankelijke onderzoeken of audits;
Het nemen van andere maatregelen met betrekking tot de informatievoorschriften van fase 1.
De procedures en maatregelen om risico’s te verminderen moeten minstens één keer per jaar worden herzien.
Eindfase: Zorgvuldigheidsverklaring
Indien blijkt dat het risico verwaarloosbaar is, zal in een online-systeem van de overheid een zorgvuldigheidsverklaring ingediend moeten worden. Dit online-systeem wordt per december 2025 verwacht. Alle ondernemingen die producten voor het eerst op de interne markt van de Europese Unie (EEA) brengen, zijn verplicht om bovenstaande stappen uit te voeren.
Uitzondering: Vereenvoudigde zorgvuldigheidsprocedure
Wanneer de ondernemer in fase 1 zich ervan zeker gesteld heeft dat alle grondstoffen en producten zijn geproduceerd in landen met een laag risico, mag fase 2 en 3 overgeslagen worden en kan men direct de zorgvuldigheidsverklaring indienen. Je moet de autoriteit enkel op verzoek informatie kunnen verstrekken waaruit blijkt dat er een verwaarloosbaar risico is.