De glastuinbouw verandert snel. Hoe blijf je als teler in control?
Door Klaas-Jan de Ruiter, commercieel manager bij Normec Groen Agro Control
De glastuinbouwsector beweegt in hoog tempo. Fusies, specialisatie, strengere retail-eisen en maatschappelijke druk maken het speelveld complexer dan ooit. Wie overeind wil blijven, moet snel schakelen, strategisch denken én de juiste partners om zich heen verzamelen. Klaas-Jan de Ruiter weet daar alles van. Sinds november 2024 is hij commercieel manager bij Normec Groen Agro Control. Daarvoor werkte hij jarenlang in diverse technische en commerciële functies binnen de glastuinbouw. Hij kent de sector door en door, van substraat en klimaat tot teelt en afzet.
“Wat mij drijft, is het vertalen van complexe praktijkvragen naar concrete oplossingen,” zegt Klaas-Jan. “Dat vraagt om inhoudelijke kennis én het vermogen om de juiste mensen aan elkaar te koppelen. Precies dat maakt dit werk zo leuk.”
Schaalvergroting dwingt tot precisie
Klaas-Jan ziet de veranderingen in de sector van dichtbij. Kleine bedrijven verdwijnen, terwijl grote spelers zich steeds verder specialiseren. Dat zorgt voor hogere risico’s. “Vroeger had een teler vijftig verschillende soorten planten. Ging het met één soort mis, dan was dat te overzien. Nu zie je vaak grote bedrijven die zich volledig richten op één gewas. Dan valt elk probleem meteen zwaar. Je moet sneller reageren en veel preciezer werken.”
Die ontwikkeling vraagt om beter inzicht in wat er in de kas gebeurt. “Niet alleen in voeding, waterkwaliteit of gewasgezondheid, maar juist ook in hoe je die informatie moet duiden. Een uitslag is niet genoeg. Je moet weten wat die betekent en wat je ermee kunt.”
Retail bepaalt het tempo
Ook aan de afzetkant verandert er veel. Retailers stellen steeds hogere eisen: residuvrije producten, transparantie, jaarrond dezelfde kwaliteit. “De seizoenen verdwijnen, de lat voor prestaties ligt hoger, en dat zie je terug in de vragen die wij krijgen. Telersverenigingen en internationale samenwerking worden belangrijker. En tegelijk groeit de druk op de Nederlandse teler.”
Toch ziet Klaas-Jan die druk niet alleen als bedreiging. “Nederland loopt voorop in verduurzaming en technologie. Denk aan warmtekrachtkoppeling, hergebruik van water en voedingsstoffen, restwarmte die naar woonwijken gaat. Dat zijn hightech oplossingen waar we trots op mogen zijn. Maar om die voorsprong te behouden, moeten we blijven optimaliseren. Hoe krijg je met zo min mogelijk input het best mogelijke product?”
Diagnostiek als belangrijke schakel
Zeker bij grootschalige, gespecialiseerde teelt kan een ziekte of afwijking grote schade veroorzaken. “Diagnostiek wordt steeds belangrijker. We krijgen monsters van over de hele wereld. Tot op DNA-niveau kunnen we achterhalen wat de oorzaak is van een probleem in het gewas. Maar we gaan verder dan alleen een uitslag. We denken mee in de vervolgstap. Dáár ligt onze kracht.”
Dat geldt ook voor andere analyses, zoals waterkwaliteit, voedingsoplossingen of residuen. “Een analyse is geen eindpunt, maar het begin van een goed gesprek. Klanten weten vaak wel wát ze willen meten, maar niet altijd hoe of waarom. Wij helpen ze om daar richting aan te geven.”
Heb jij een vraagstuk voor Klaas-Jan?
De kracht van verbinden
Wat Klaas-Jan typeert, is zijn vermogen om kennis en mensen te verbinden. “Ik vind het mooi om bij een klant aan tafel te zitten, goed te luisteren en de juiste vragen te stellen. Vervolgens zet ik die vraag intern uit bij de specialist die het beste antwoord kan geven. Zo komen we samen tot een oplossing die echt werkt.”
Binnen Normec zoekt hij ook steeds vaker de samenwerking op met collega’s van andere entiteiten. “De vragen die klanten stellen, raken vaak meerdere vakgebieden. Door slim samen te werken, pakken we die vraagstukken integraal op. Dat maakt ons sterker én relevanter.”
Vooruitkijken: precisie, partnerschap en praktijkkennis
Volgens Klaas-Jan ligt de toekomst van de glastuinbouw in het vinden van de juiste balans: tussen technologie en praktijk, snelheid en zekerheid, innovatie en inzicht. “Wie toekomstbestendig wil zijn, heeft betrouwbare data nodig. Maar nog belangrijker zijn de mensen die die data kunnen duiden. Daar maken wij het verschil.”